Ding heeft dus gewonnen. Moeten we daar blij mee zijn? Ding is gemakkelijker uit te spreken dan Nepomniachtchi, maar bij Chinezen weet je nooit wat de voornaam en wat de achternaam is. In elk geval heeft Ding verdiend gewonnen. Dat is het leuke van schaken. Je kunt de hele partij als een krant hebben gespeeld en volgens de engines huizenhoog verloren hebben gestaan, maar als je tegenstander dan blundert en toch nog verliest, dan is dat misschien niet jouw verdienste, maar is jouw winst wel verdiend. Schaken is geen geluksspel. “Wie de één na laatste fout maakt, wint de partij”, luidt het spreekwoord.
Ding dus wereldkampioen. “Wereldkampioen is degene die de wedstrijd om het wereldkampioenschap heeft gewonnen”, is een ander gevleugeld gezegde. De wereldkampioen is niet per definitie de sterkste speler. De sterkste speler is degene die bovenaan de ratinglijst staat en dat is Magnus Carlsen. Tegen Carlsen had Ding geen schijn van kans gehad, dus hoe blij moeten we zijn met hem als de nieuwe wereldkampioen?
De Amerikaanse sportwetenschapper Allen Guttmann heeft in zijn boek From Ritual to Record uit 1978 de kenmerken van moderne sporten weergegeven. Eén van die kenmerken is kwantificering van de geleverde prestaties. Het wereldkampioenschap schaken voldoet zonder meer aan het criterium van kwantificering. Voor het vaststellen van de winnaar wordt alleen naar de eindscore gekeken. Overwegingen als dat de verliezer eigenlijk de betere, de mooiere of de liefste schaker is, doen niet ter zake. Het ratingsysteem is echter een veel nauwkeuriger kwantificering van schaakprestaties dan de uitslag van een WK-match of zelfs van een hele WK-cyclus. Je zou de stelling kunnen verdedigen dat het ratingsysteem geschikter is om te bepalen wie wereldkampioen is. Dus waarom aan het “ouderwetse” wereldkampioenschap vasthouden? Als de speler met de hoogste rating niet meedoet, verliest de titel haar glans. Het is Karpov overkomen toen Fischer in 1975 weigerde te spelen. Karpov heeft daarna dubbel en dwars bewezen dat hij de sterkste was. Dat moet Ding ook presteren, wil hij niet aan het rijtje Chalifman, Ponomariov en Kasimdzjanov worden toegevoegd.
De match tussen Ding en Nepo was spannend met veel besliste partijen. “Totally nuts”, volgens Giri. Ik weet niet precies wat hij daarmee bedoelde, maar dat de match spektakel heeft opgeleverd, staat buiten kijf. Een mooi fragment komt uit de 6e partij.
Ding had wit en hij speelde 41.d5 (Diagram links)
Nou ja, wat is dat nou? Wil hij promoveren? Zit er geen mat in? Er volgde 41… a2 42.Dc7 Kh7 43. Pg6 Tg8 44. Df7 en zwart gaf op. (Diagram rechts)
Na 44… Dxc3 komt 45.Dxg8 Kxg8 46.Ta8 Kf7 47.Tf8 mat, want de koning kan niet naar e6. Daarom 41.d5!
Ding-Nepo was pure reclame voor de schaaksport. De ratinglijst kan daar niet tegenop. Daarom moet de wereldkampioenschapsmatch blijven, zelfs als de sterkste niet meedoet.