Geschreven door: rQ

Wesley So heeft de finale van de FIDE Grand Prix gewonnen van Hikaru Nakamura. Na de twee klassieke partijen was de stand gelijk, zodat de tiebreak de beslissing moest brengen. So won de tweede rapidpartij.
De klassieke partijen van deze match hebben hier en daar wat stof doen opwaaien. De eerste partij duurde 30 zetten waarvan 27 theorie waren. In de tweede partij brachten de spelers een bekende 14 zetten lange remisevariant uit de Berlijnse verdediging op het bord. In totaal hebben zij zelf dus hooguit drie zetten bedacht. Op www.Chess.com vroeg Roaring Pawn zich af of dit niet een duidelijk teken was dat het moderne professionele schaken met zijn ridicule, krankzinnige, computerondersteunde openingsvoorbereiding terminaal ziek is.
Het is vaker gezegd: niet de beste speler, maar de speler met de beste computer gaat winnen. Als dat zo is, zou het schaken zich bevinden in wat ik in mijn boek Schaken in Stijl “hypersportificatie” heb genoemd. Even een kort stukje theorie: Sportificatie is het maatschappelijke proces waarin spel en sport zich aanpassen aan veranderingen in hun omgeving door gebruik te maken van nieuwe kennis en hulpmiddelen op onder andere medisch, technisch en economisch gebied. Slaagt een sport er onvoldoende in zich aan te passen, dan kan desportificatie optreden: de activiteit houdt op sport te zijn en wordt spel of folklore. Een voorbeeld is het ooit zo populaire priksleeën, dat (in tegenstelling tot bobsleeën en skeleton) de technische en economische ontwikkeling niet heeft bijgehouden. Als echter buitensporig veel gebruik van externe hulpbronnen wordt gemaakt, kan de sportieve activiteit eveneens het karakter van sport verliezen. Dat heet hypersportificatie. Het bekendste voorbeeld is de Formule 1. Hier geven niet de kwaliteiten van de coureurs, maar die van de constructeurs en mecaniciens de doorslag.
Is in het schaken sprake van hypersportificatie? Krijgen wij hyperschaak?
Door computers te gebruiken, passen schakers zich aan bij veranderingen die plaats vinden in de omgeving waarin zij hun sport beoefenen. Bij de openingsvoorbereiding van de professionals zijn computers onmisbaar geworden. Ze nemen een deel van het denkwerk over. Het analyseren van stellingen en varianten gaat daardoor sneller, zodat in een beperkte tijd meer en diepgaandere analyses kunnen worden verricht. Bij het samenstellen van zijn secondantenteam zal een schaker ervoor zorgen dat genoeg ICT-kennis en computervaardigheid wordt aangetrokken. Doordat het professionele topschaken commerciëler is geworden (door het aanboren van nieuwe economische hulpmiddelen) is het financieel mogelijk de beste mensen in dienst te nemen.
Dat het schaken onder invloed van de technologie de laatste jaren is veranderd, is zonder meer waar. Maar de computers hebben de macht niet overgenomen. Het is normale sportificatie. Na de opening komen nog steeds het middenspel en het eindspel. Weliswaar is het eindspel anders geworden doordat er niet meer wordt afgebroken en er vaak weinig tijd is om een ingewikkeld eindspel uit te spelen. Dat geldt echter ook voor het middenspel. Toernooien en matches met klassiek tempo worden steeds vaker beslist in een tiebreak met versneld tempo. Dat geeft de spelers nieuwe strategische mogelijkheden doordat ze doelbewust kunnen proberen de tiebreak te bereiken. Ondanks al deze verandering geldt nog steeds dat de menselijk geest het opneemt tegen de geheimen die in een stelling verborgen zijn en zijn denkkracht meet met die van anderen. Schaken blijft schaken. Het is niet op sterven na dood en van hyperschaak is geen sprake.

Opgave
Elke maand een serie opgaven, steeds stijgend in moeilijkheidsgraad. Ter lering en vermaak.

2204 3

04-3 Wat is de winnende zet van wit?

 

Oplossing van de vorige week2204-2.jpg

 

04-2 Hoe wint zwart?
1...Dxg3+ 2.Kxg3 gxf6.

Met een toren voor staat zwart gewonnen.