“Vijf keer remise, wat doe jij daar nou mee?” vroeg mijn buurman. Een paar dagen geleden had een vriend ook al gevraagd wat ik vond van de WK-match tussen Carlsen en “die Rus met een onuitsprekelijke naam”.
Natuurlijk volg ik de WK-match. Ik volg alle belangrijke schaakwedstrijden.
Hoewel? De finale van het Nederlands kampioenschap heb ik helemaal gemist. Ger Battjes wees mij erop, maar toen ik ging kijken was het al afgelopen. Eén ronde voor het eind was Max Warmerdam kampioen geworden. Dat had ik voorspeld, maar bij de manier waarop kun je wel een paar vraagtekens zetten. Hij kreeg in de vierde ronde een vol punt cadeau van Roeland Pruijssers omdat die te laat arriveerde. Het NK is geen WK, zullen we maar zeggen.
Zulke knulligheden gebeuren niet in het door oliesjeiks rijkelijk gedoteerde wereldkampioenschap. De eerste vijf partijen in Dubai werden remise. Die Rus met een onuitsprekelijke naam is Ian Nepomniachtchi, in de wandeling Nepo genoemd. Hij is de uitdager en hij houdt goed stand. Zijn openingsvoorbereiding is uitstekend. De commentariërende grootmeesters leggen ons haarfijn uit welke subtiliteiten onder de oppervlakte een rol spelen. De partijen blijken veel spannender te zijn dan je als eenvoudige clubspeler zou denken. “Vechtremises”, hoor ik zeggen, maar Ian stond in de partijen 2 en 5 beter.
Voor het grote publiek lijken vijf remises in de eerste vijf partijen het toppunt van saaiheid. Moeten we, gedachtig de vraag van mijn buurman, er iets mee doen? Die vraag werd al gesteld in 1927 toen in de match Capablanca - Aljechin 25 van de 34 partijen remise werden. Sindsdien waart het remisespook door de schaakwereld. De reglementen zijn regelmatig veranderd met als resultaat minder klassieke partijen en een beslissing door rapid- en blitzpartijen. Volgens mij is dat een denkfout geweest. Als het aantal klassieke partijen kleiner wordt, neemt ook de kans af dat een van die partijen in winst/verliest eindigt.
Het gaat niet om de reglementen. De schakers moeten het grote publiek uitleggen waarom de match spannend is. De psychologie speelt daarbij een grote rol. Terwijl ik dit schrijf, kijk ik naar de 6e partij. Nepo heeft met zwart gemakkelijk gelijk spel bereikt. Hij ziet er zelfverzekerd uit. Aan zijn lichaamstaal kun je zien dat Carlsen ontevreden is. Het begint tot hem door te dringen dat zijn openingsvoorbereiding op de match niet goed genoeg is geweest. Hij moet in de matchpartijen wat proberen, want tegen Nepo mag hij het niet op de rapidpartijen laten aankomen.
Zes remises. Wat ik ermee doe? Ik blijf kijken. Het is razend spannend. Nepo is in het voordeel, er zou wel eens een verrassing in de lucht kunnen hangen.

Opgave
Elke maand een serie opgaven, steeds stijgend in moeilijkheidsgraad. Ter lering en vermaak.

2112 1

12-1 Wit aan zet wint. Hoe? 

 

 2111 4Oplossing van de vorige week.
11-4 Wit aan zet geeft mat in vijf zetten.
1.Lxf6 Lxf6 2.Dxh7!! Kxh7
3.Th5 Kh8 4.Pg6!!
met ondekbaar mat op h8.
MAAR...helaas kan zwart aan mat ontsnappen. Wit wint ook na
1…Pex5 2. Lxe5 met stukwinst
1…gxf7 2. Dg4+ Kh8 3. Pxf7
met kwaliteitwinst