Geschreven door: Ruurd Kunnen en Frans van Doorn

Extra hindernis voor Lieuwe?

Na bestudering van de statuten, reglementen en notulen is het bestuur tot de conclusie gekomen dat de competitie 30 in plaats van 29 reguliere ronden heeft. Dat is één meer dan eerst werd gedacht. De regels en afspraken waren niet helemaal duidelijk in het geheugen gegrift en het is de wedstrijdleider dan ook niet kwalijk te nemen dat hij zich heeft vergist. De toevoeging van een ronde zou in het nadeel van koploper Lieuwe Boskma kunnen zijn in zijn jacht op de kampioenstitel, want hij heeft nu één kans meer om een fout te maken. Medelijden hoeven we met hem niet te hebben, want als bestuurslid was hij medeverantwoordelijk voor de gemaakte fout. Als we complotdenkers waren geweest, wat we NIET zijn, hadden we kunnen opperen dat een ronde minder Lieuwe wel goed zou zijn uitgekomen. Maar van zulke gedachten houden we ons verre. Als je hebt gezien hoe vol overtuiging hij Arend van der Burgh versloeg, bekruipt je het gevoel dat hij op deze manier de hele zomer nog wel door kan gaan. Voor achtervolger Ruurd Kunnen gloort er nog slechts een sprankje hoop. Om kampioen te worden moet hij blijven winnen en moet Lieuwe òf een keer verliezen òf de twee laatste partijen remise spelen.

Lieuwe won dus van Arend en Ruurd versloeg Ale Bakker. Het duo Arend en Ale staat vrijwel gelijk op de eerste en tweede plaats in de B-groep. Hun voorsprong op de achtervolgers Mark Hoogendijk en Arnold Meijster, die beiden hebben gewonnen, is echter geslonken. Nummer 1 van de groep promoveert, nummer 2 moet een promotiepartij spelen tegen de op één na laatst geëindigde van de A-groep.

Peter Slaman is vrijwel zeker van de eerste plaats in de C-groep en promotie. Jan Duisterwinkel verspeelde zijn kansen door te verliezen van Mark Hoogendijk. Peter is dit seizoen na een lange rustperiode weer begonnen met schaken en raakt steeds beter op dreef. In de algemene rangschikking staat hij achtste, boven alle B-spelers en boven de A-spelers Menno Keizer en Dick Dalmolen. Dick verloor onnodig van Johan Zwanepol en lijkt een degradatiepartij te moeten spelen om zich in de A-groep te handhaven.

En wat gebeurde er verder in de partijen om des keizers baard? Net als in de zojuist genoemde partijen eindigden deze allemaal in een beslissing. Het komt niet vaak voor dat uit alle partijen een winnaar tevoorschijn kwam ook al verdiende Frans van Doorn dit eigenlijk niet. Tegen Jannie Russchen liet hij, wanneer het erop aankwam, een paar steken vallen waarop Jannie te vriendelijk reageerde. Wat dat betreft was Henk Kouwenberg minder toegevend tegen Tije Smedinga en wist Arnout Wegerif te opportunistisch spel van DirkJan Korenhof bekwaam af te straffen. Zo makkelijk als Arnold Meister zijn tegenstander Kees Duisterwinkel op het verkeerde been wist te zetten door met een stukoffer de stelling van Kees in gatenkaas te veranderen, zo moeilijk had Cees Hageman het tegen Bob van Maanen. Na een lange en zware strijd wist Cees zijn opgebouwde stellingsvoordeel te verzilveren.