Geschreven door: Ruurd Kunnen en Frans van Doorn

Roden 1 - Sissa 1 1-7. De nederlaag was ingecalculeerd, want Sissa steekt in de hoofdklasse A van de NOSBO-competitie met kop en schouders boven de rest uit. Uit de eerste 5 ronden had het 36½ punt behaald, wat afgerond neer komt op een score van 7-1. Twee keer hadden ze met 8-0 gewonnen. Dat wilden wij in elk geval niet laten gebeuren en daarom hadden we gekozen voor een tactische opstelling. Tom Visser die gewoonlijk op bord 4 speelt, zat voor deze ene keer op bord 8. En dat heeft gewerkt, want juist hij scoorde het enige Roder punt.
Hoe overtuigend de overwinning van Sissa ook lijkt, hij was geflatteerd. Wij hadden eigenlijk recht op een punt meer. In het beruchte laatste speeluur ging het echter tragisch mis bij Jeppe Teensma en Lieuwe Boskma. Jeppe had zich ingegraven tegen een tegenstander met bijna 500 ratingpunten meer en het was niet te zien hoe die de vesting van onze man kon breken. Totdat Jeppe plotseling, zonder aanwijsbare oorzaak, een belangrijke pion weggaf. Hoe kan zoiets gebeuren? Je denkt dat je een grootse prestatie gaat neerzetten, het kan haast niet meer misgaan, als je maar niet blundert en dan doe je het toch. Voer voor psychologen. In de nabespreking van de wedstrijd tegen Staunton had Lieuwe al geconcludeerd dat verlies voor een deel tussen de oren zit. Na deze bok was er voor Jeppe geen houden meer aan. Maar wat Lieuwe overkwam was zo mogelijk nog tragischer. Hij had in een dynamische partij steeds het evenwicht bewaard, stond zelfs iets beter, maar deed toen een koningszet waardoor hij in één zet mat kon worden gezet. Zelfmat noemen wij dat heel plastisch, of grafzet.
Jan van Spijker had de twijfelachtige eer te mogen invallen voor Ward Romeijnders. Hij speelde lang niet slecht en misschien heeft er meer ingezeten. In een Spanjaard leek hij goed stand te houden, maar heel langzaam kwamen er scheurtjes in het bouwwerk. Dat werden scheuren en gaten waardoor de tegenstander de stelling kon binnendringen met fatale gevolgen. Het verhaal van Henk van Bemmel lijkt wel wat op dat van Jan. Ook zijn partij leek lange tijd gelijk op te gaan, maar halverwege de avond kantelde hij in ons nadeel. Hoe het Menno is vergaan weet ik niet, maar het feit dat hij al gauw was vertrokken spreekt boekdelen. Zelf kreeg ik een onbekende, obscure zijvariant van de Caro Kan voorgeschoteld, die echter levensgevaarlijk bleek. Mijn loper f8 kon er niet meer uit, waardoor ook de toren op h8 was ingesloten. Het lukte om de dames te ruilen, maar helaas nam ik met het verkeerde stuk terug. Achteraf gezien was de juiste zet niet zo moeilijk, maar tijdens de partij heb ik er niet eens aan gedacht. Ook hier zat ‘t ‘m kennelijk tussen de oren (of juist niet) - zonder overtuiging gespeeld. Zoals het ging drongen de vijandelijke torens op de 7e rij binnen met de bekende gevolgen. Theo Wolthekker was het eerst klaar. Hij had een vorkje over het hoofd gezien.
Gelukkig hadden we bord 8 nog. Tom liet zich door al dit leed niet van de wijs brengen. Vanwege de tactische opstelling voelde hij een extra verantwoordelijkheid op zijn schouders drukken. De spanning steeg verder toen zijn tegenstander in een slechte stelling met nog maar weinig bedenktijd enorm handig bleek te kunnen opereren en de grootste dreigingen wist te keren. Tom had echter meerdere troeven in handen die hij bekwaam uitspeelde.

In de interne competitie ging het er wat rustiger aan toe. Aan de kop van het klassement veranderde er niets maar in de C-groep deed Jan Duisterwinkel goede zaken door Jan Pezij op waarde te kloppen. Hierdoor heeft hij de eerste plek in C-poule heroverd.
Met een voor hem bekende en goed bestudeerde opening was Arnold Meijster helemaal in zijn element tegen Dick Dalmolen. Arnold won een pion maar kwam net te kort voor de winst. Na een openingsfout van Arnout Wegerif leek Arend van der Burgh op de winst af te stevenen. Hij moest echter alle zeilen bij zetten om een gevaarlijke aanval van Arnout af te slaan. Dit deed Arend met verve en won na zware strijd de partij.
Kees Duisterwinkel profiteerde van zijn voordeel dat hij in de opening tegen Dirk-Jan Korenhof had opgebouwd en aan het bord van Frans van Doorn en Jan Willem van der Kouwe was te zien dat een aanval door het centrum soms heel gevaarlijk kan zijn en in dit geval winnend voor Frans.
Een hele curieuze stelling bracht Cees Hageman tegen Tije Smedinga op het bord. Drie stukken van Cees waren tot diep in de verdediging van Tije door gedrongen. Dat moest een keer succes hebben ondanks dat Tije zich taai verdedigde. Cees werd uiteindelijk beloond voor zijn gedurfd aanvallende spel. Onze nestor, Derk Holman kon het deze ronde niet bolwerken tegen Henk Kouwenberg die wel zijn uiterste best moest doen de partij naar zijn hand te zetten.