Geschreven door: Arend van der Burgh

Op schaakavond was bij diverse borden veel spanning te beleven. Dick Dalmolen stond met twee pionnen meer gewonnen, maar rondde het niet goed af, waardoor er een gelijkspel overbleef. Ale Bakker dacht tegen Kees Duisterwinkel met behulp van een penning een stuk te kunnen winnen. Dat bleek een misrekening, zonder stukverlies had zijn tegenstander het geofferde stuk kunnen aannemen. Maar Kees maakte dezelfde denkfout als zijn opponent, nam het stuk niet van het bord, waardoor hij verloren kwam te staan. Aan het eind van de avond werden nog drie zeer interessante partijen uitgespeeld. In de partij Battjes - Boskma kwam de Tarraschvariant van de Franse verdediging op het bord. Ergens in het middenspel dacht Lieuwe twee goede zetten uit te voeren (Lb4 en Pg4), eerst in de partijanalyse bleek dat dit toch niet de beste keuzes waren. Maar Ger zag achter het bord de juiste voortzetting evenmin en ging mede daardoor aan het eind van de avond ten onder. Wel een mooie overwinning, Lieuwe. Theo Wolthekker trok agressief ten aanval tegen de Hollandse verdediging van Ward Romeijnders. Maar Ward rekende en verdedigde goed en omzeilde daarmee alle gevaren. Dat leverde Ward belangrijke winst op. Bij Menno Keizer en Arnold Meijster werd de Aljechin-verdediging gespeeld. Aan weerszijden verbonden vrijpionnen, beide spelers hadden een dame, toren en een paard, Menno had nog een loper voor een pion en stond iets beter, maar een match met erg veel complicaties in het middenspel. Laat in de avond zette Arnold een mooie combinatie in die waarschijnlijk voldoende was voor de partijwinst, toch bood de zwartspeler direct daarna remise aan. Was er sprake van tijdnood, beschikt Arnold niet over een killersmentaliteit of is hij teveel gentleman? Ik houd het op het laatste. Na Dick Dalmolen en Tom Visser maakt schaakclub Roden kennis met de derde koploper van het seizoen: Ward Romeijnders. De concurrentie staat dicht bij elkaar, daardoor blijft het in de top drie spannend.